Kwaliteitsonderwijs

Naar een kwalitatieve kleuterschool..anno 2021.

Wetenschappelijk onderzoek (VANDENBROECK – UGent) bracht namelijk heel wat constructiefouten in het kleuteronderwijs aan het licht : de school is niet meer aangepast aan de huidige maatschappij en zijn dubbele kostverdiener.

Als team willen we ons aanpassen aan de huidige maatschappijeisen en onze onderwijskwaliteit verbeteren door ALLE kleuters meer GELIJKE kansen te bieden. Op basis van de volgende wetenschappelijke inzichten willen we de onderwijskwaliteit verbeteren in onze school.

  • 1. Heel wat instappende peuters zijn nog niet zindelijk. De school moet hier een antwoord op kunnen geven volgens de wetenschap. Deze niet-zindelijke peuters en kleuters gaan we dit schooljaar evenredig over alle klassen spreiden. De leerkrachten nemen de verantwoordelijkheid om het werk omtrent deze groep luierkinderen te verdelen. Vroeger had de onthaalklas en de eerste kleuterklas deze taak : zindelijk maken en luiers vervangen. Er kon dan minder les gegeven worden aan de jongste kleuters.  Juist deze groep heeft veel taal nodig. Nu zijn er maar enkele kleuters meer met een luier per klas. Door alle leeftijden te mengen, beschikken we over evenredig verdeelde klasgroepen doorheen het schooljaar die geleidelijk meegroeien tijdens de verschillende instapmomenten.
  • 2. Jonge kleuters zitten 20% à 30% van de kwalitatieve onderwijstijd te wachten (!) omdat de juf steeds bezig is met routines : jassen, eten, luiers, troosten, toilet…die verloren tijd kan door alle kleuters uit de kleutergroep omgezet worden in zinvolle leertijd door samenwerkend te leren. Alle kleuters helpen hier de rol van de juf mee invullen.
  • 3. 10% van de jongste kleuters is moe na een voormiddag in de klas en dient te rusten. Een slaapklas realiseren voor een dutje over de middag : dat wordt een moetje. We proberen dit tijdens het schooljaar 20 – 21 nog te realiseren.
  • 4. Goede taalbeheersing en een rijk taalaanbod zijn de grootste voorspellers van later schoolsucces. De interactie tussen kleuters in de laagste klassen is uiterst beperkt… Omdat de juf bezig is met routines…de school wordt meer en meer een taalbadschool : op het programma taal, taal, taal……de oudere kleuters zien we als kandidaat taal- en denkbron om in de klas co-teach te worden, mee te doen met de juf in een rustige, veilige lesomgeving. Alle kleuters worden dan sterker en krijgen er uitzonderlijke vaardigheden bij : ondernemen, begeleiden, verantwoordelijkheid nemen, zorgen voor, creativiteit, talenten tonen, waarden voorleven, helpen, durf overwinnen, diverse denkprocedures bedenken, leiderschapskwaliteiten ontwikkelen, instructietaal scherpen… De taalvaardigheid moet naar omhoog voor ELK kind bij de instap in de kleuterschool.
  • 5. Klassikaal onderwijs in de kleuterschool is een keurslijf geworden voor de groei van kinderen. Ons credo is : elk kind is uniek. Iedere kleuter gelijkschakelen qua leervermogen is een voorbijgestreefd onderwijsprincipe, onderwijsaanbod genereren naar de gemiddelde leerling van de klas dateert uit vorige eeuw. Elke kleuter is anders met eigen competenties, andere talenten. We houden het leertempo van snel groeiende kleuters tegen in jaarklassensystemen. Leren is een individueel langdurig schakelproces. Ieder kind doet dit met zijn/haar eigen kleine stapjes in hun leerlijngroeiproces. Kleuters met ontwikkelingsproblemen volgen we steeds goed op en geven we meer tijd …zonder te moeten blijven zitten, ‘herkleuteren’.

Meer nog : het nieuwe leerplan ‘Zin in leven, zin in leven’ (ZILL) is een verticaal procesplan. Dat betekent : leerprocessen en de leerlijnen zijn opgesteld van 2,5 tot 12 jaar. Niet meer volgens leeftijd. Inzet op het natuurlijke ontwikkelings- ,denk- en groeiproces van elk kind. We moeten blijven inzetten op een brede ontwikkeling met differentiatie dus!

Europees onderzoek(EPPSE) stelt dat de voorschoolse voorzieningen die de beste resultaten halen, degene zijn die erin slagen om een sociale mix te realiseren en die tegelijk een pedagogiek ontwikkelen van omgaan met diversiteit. Door differentiatie willen we ingaan op de verschillen van kleuters en voeding geven op ieders leerlijnniveau. We hebben 20 jaar ervaring in onze rangen…

  • 6. De middagspeeltijd duurt te lang : 1,5 uur voor kleuters …in de winter in de kou, in de zomer in de hitte : we zien ons verplicht om onze kleuters tegen de winterkoude te beschermen of tijdens de zomer voor de hitte en warmte te beschutten… we hebben de middagpauze buiten gereduceerd tot het wettelijke minimum van 1 uur. De morgen- en middagspeeltijd hebben we verlengd.

Kort samengevat : welke effecten verwachten/meten we?

Resultaten verbetering onderwijskwaliteit

  1. Sneller taal leren door grotere interactie in de menggroep.
  2. Leren op maat want elk kind is anders: goede begeleiding op niveau van élk kind.
  3. Kleuters werken meer samen. Probleemoplossend denken, hulp bieden, etc.
  4. Gewijzigde school-eindtijd en schoolspeeltijden: meer kleutergericht.
  5. Werken in menggroepen brengt rust in de klas. Meerdere (oudere) kleuters helpen de juf. Verder aanmoedigen om sociale vaardigheden te leren.
  6. Welbevinden en betrokkenheid van kleuters en leerkrachten verhoogd!
  7. De kwalitatieve leertijd is toegenomen. Gelijkmatige verdeling van kleuters en instappende peuters op 2,5- jarige leeftijd.
  8. Werken en leren in clusters van 2 aanpalende klassen : elk schooljaar wordt doorgeschoven naar een nieuwe, krachtige leeromgeving : teamwork!
  9. In de zomer van 2021 realiseerden we de slaapklas en vernieuwden we het sanitair in de school.

Bron : Spots op onderwijs. Wetenschappers voor het voetlicht. Gelijke kansen : de kleuterschool als probleem of als oplossing? Brecht Peleman, Michel Vandenbroeck en Katrien Van Laere. Lannoo, Tielt. 2019.